Zeewiet
"Mama, kunnen wij ook een keer naar zo'n restaurant met zo'n band" zei mijn oudste een aantal jaren terug. Destijds een behoorlijke puzzel om uit te vogelen wat ze nu exact bedoelde. Nu de kinderen uit de "Dat lust-ik-niet"-fase zijn was de tijd eindelijk daar; SUSHI!
Welliswaar de lopende band maar even latende voor wat het is. Eerst maar eens thuis uitproberen of ze het echt wel zo lekker vinden. Fijn achter dat telefoonscherm proberen uit te pluizen wat nu exact in de smaak zou vallen. Om er vervolgens niet uit te komen en dan toch maar zo'n box te bestellen. Zit er in ieder geval iets in wat ze lusten, toch? Toen kwam het wachten. Maar hoe accuraat alles van Japanse makelij misschien ook is, het horloge van de bezorger was waarschijnlijk van een wat mindere kwaliteit. Of lag het dan toch aan zijn interne batterij? Veel zin leek hij er niet in te hebben. Iets waar mijn kinderen geen last van hadden. Als twee hongerige wolven stortten ze zich op het sushi pakket. Tja, het was inmiddels alweer 18.30 uur.
Vol enthousiasme werd het deksel van het pakket gerukt, de stokjes van elkaar gebroken en de sausjes op tafel gesmeten. " Hé" zei Sander al wijzend met één van zijn stokjes. "Dat is.....hoe heet dat nou? Guacamole! Dat is guacamole toch?!" zei hij terwijl hij naar de wasabi wees. "Bijna goed! Dat is wasabi, schat" antwoordde ik lachend terug. "Oeps, nou dan is het Japanse guacamole" zei mijn puber lekker adrem. "Oeh dat ga ik proberen!" zei Nora terwijl ze haar stokje in het groene papje stak. "Niet teveel Noor!" waarschuwde ik nog net op tijd. "Gadverdamme!" klonk het vanuit de andere kant van de tafel terwijl ze een vies gezicht trok. Was ik even blij nu niet in een restaurant achter zo'n lopende band te zitten. "Mag ik eens?" zei Sander. "Getsie! Het ruikt net zoals die radiatorverf van vanochtend" riep hij uit. Na zelf ook even aan de groene pasta te hebben geroken kon ik hem geen ongelijk geven. Het rook inderdaad behoorlijk chemisch. Dus dan toch maar aan de soyasaus, de wat veiligere variant.
"Dat zwarte vind ik niet zo lekker" zei Sander. "Dat is zeewiet. Uhm, ik bedoel zeewier" zei Nora lachend. "Haha, zeewiet!" brulde Sander het uit. "Weet je, mama? Toen ik klein was dacht ik dat je in coffeeshops gewoon koffie kon drinken. Ik snapte nooit waarom jij daar niet naar binnen wilde" ging hij verder. "Ik ben er ooit eens geweest" zei ik heel stoer. "Oh, echt?" vroeg hij verwonderd. " Ja samen met wat collega's voor een voorlichting over drugs" antwoordde ik lachend. "Ja ooohhh, dat telt niet!" riep hij lachend terug. " Nou hoezo niet?" vroeg ik uitdagend "ik ben er toch binnen geweest?" "Nou gewoon" zei mijn zoon terwijl hij ,bijna lijkend op een ringsteekspel uit de middeleeuwen, met zijn stokjes een stukje sushi probeerde op te prikken, "Ik ga toch maar een vork pakken" zei hij uiteindelijk na nog een tweede mislukte poging te hebben gedaan. "Dat lijkt mij inderdaad een beter plan" zei ik terwijl ik het hele tafereel geamuseerd had zitten aanschouwen. Waarna hij met vork de sushi naar binnen begon te spaaien. "Wel netjes eten Sander!" berispte ik hem. Terwijl mijn stokjes in de tussentijd een soort van spagaat deden om vervolgens mijn rolletje sushi met een smak op mijn bord uit elkaar te laten vallen. Hmmmm, kennelijk was er voor mij ook nog wat te leren. Kijkende naar de elegantie waarop mijn dochter de stokjes hanteerde zou ik er bijna jaloers van zijn worden.
Na alle varianten te hebben geproefd was het klaar. "Ik zit zo vol, ik heb er buikpijn van!" zei Nora. "Ik eet de rest straks wel op." Tja, daar staat de box met overige sushi dan in de koelkast, bij te komen van het Wellse avontuur.
Reacties
Een reactie posten